Waarom de westerse wereld toch weerbaar blijft

Waarom de westerse wereld toch weerbaar blijft

De gelekte documenten over de concentratiekampen in China lezen als een afdaling in de hel bij klaarlichte dag. Achter het bureaucratische jargon gaat de opsluiting verscholen van meer dan een miljoen moslims. „Absoluut geen medelijden”, was het devies van president Xi. De „heropvoeding” van Oeigoeren komt inderdaad neer op een grove schending van mensenrechten.

Het is inmiddels een cliché: deze eeuw zal worden overheerst door China. Nog onlangs werd gemeld dat het land inmiddels de diplomatieke grootmacht van onze tijd is. Niet minder dan 276 ambassades en consulaten maken de invloed van Beijing zichtbaar. En zo scheppen statistieken een beeld van onontkoombare macht.

Toch kunnen al deze glanzende cijfers de innerlijke zwakte van het land niet verhullen. Uit de tijd van de Koude Oorlog weten we dat de kracht van de Sovjet-Unie voortdurend werd overschat. Dat is begrijpelijk. Een open samenleving toont zijn conflicten aan de buitenwereld, terwijl een gesloten bestel moeilijker te doorgronden is. We zien wat we krijgen te zien.

Soms wordt ons onverwacht een blik naar binnen gegund, zoals nu in de concentratiekampen van de eenpartijstaat. Die staan niet op zichzelf: de internering van de Oeigoeren past in een patroon. Het zelfbeeld van een etnisch homogeen land leidt tot de rechteloosheid van minderheden. Het verhaal van Tibet is genoegzaam bekend.

De omgang met de moslimbevolking in China en in Europa laat een wereld van verschil zien. Over de islam bestaat in onze contreien genoeg conflict. Die zoektocht naar de omgang met godsdienstvrijheid lijkt een teken van verdeeldheid, maar is een kracht wanneer we erin slagen trouw te blijven aan die vrijheden. Open samenlevingen maken vreedzame verandering mogelijk.

Het is zeker zo dat de liberale democratieën onder druk staan. De opkomst van het populisme is daar een symptoom van. De impasse in Amerika en het Verenigd Koninkrijk kan niemand meer ontgaan, de noodzaak van vernieuwing evenmin. Toch is het buigzame materiaal van de democratie veel weerbaarder dan het rigide materiaal waaruit een dictatuur is gebouwd.

Het is vaker voorspeld dat het Westen voorbijgestreefd zou worden: in de jaren vijftig door de Sovjet-Unie en in de jaren tachtig door Japan. En nu dus door China. Er zijn bibliotheken vol geschreven over de economische opkomst van dat land. Die is inderdaad ongekend; talloze miljoenen zijn uit de armoede bevrijd. En ook dat gaat over mensenrechten.

Niemand betwijfelt dat China al een macht in de wereld is, toch is het onwaarschijnlijk dat het Amerika en Europa zal overtreffen. Een dominante rol vraagt om harde én zachte macht. Bij dat laatste moeten we vooral denken aan culturele invloed. Zo heeft Amerika nieuwkomers uit de hele wereld aangetrokken.

Amy Chua van Yale concludeert in haar bekende Wereldrijk voor een dag: „Wereldwijde dominantie hangt af van het vermogen om het toptalent van de wereld aan te trekken en vast te houden. En China – een natie die in haar diepste wezen op etniciteit en niet op immigranten gebaseerd is – verkeert niet in een positie om dat te kunnen.”

Er zijn grenzen aan de machtsontplooiing van het huidige China. Niet alleen maakt een bewakersstaat op den duur economische vernieuwing moeilijk, ook het wijdverbreide etnocentrisme vormt een struikelblok voor maatschappelijke ontwikkeling. Het zal de invloed van Beijing in de wereld belemmeren. Nu al beginnen Afrikaanse landen zich te keren tegen de koloniale rol die China daar speelt.

De Britse China-kenner Martin Jacques concludeert dat China een „groot probleem heeft in het begrijpen van de aard van etnische verschillen”, niet alleen in eigen land, maar ook in het buitenland. We moeten blijven spreken over de onderdrukking van de Oeigoeren – al was het maar omdat onderdrukking meestal niet bij de grenzen ophoudt.

Een meer zelfbewuste houding tegenover China is sowieso nodig. Terwijl Poetin en Xi een nieuwe gaspijplijn inhuldigen als symbool van hun belangengemeenschap, ruziën Trump en Macron over de toekomst van het Atlantische bondgenootschap. In een wereld vol autocraten moeten de democratieën hun overeenkomsten opnieuw ontdekken.

Ondanks de verdeeldheid staan Amerika en Europa er beter voor. Denk maar aan de rechtsstaat of de universitaire cultuur. Het zegt veel dat migranten uit alle windstreken hier naartoe willen komen. Dat is een verandering vol conflict, maar de meerwaarde van openheid is duidelijk tegenover een land dat zijn macht bouwt op onderdrukking. Daarom zal het Westen niet snel voorbij worden gestreefd door China.

Paul Scheffer is hoogleraar Europese studies.

Leave a Reply