Browsed by
Tag: China

Chinese investeerder: ‘Westerse media zijn extreem bevooroordeeld’

Chinese investeerder: ‘Westerse media zijn extreem bevooroordeeld’

Chinese investeerder: ‘Westerse media zijn extreem bevooroordeeld’

Interview Eric Li Met zijn sterke leiding werkt China effectief aan het heil van de natie. In Europa en de VS, met hun slappe liberale instituties, voorzien „de elites” niet in „de noden van het volk”, zegt de Chinese durfinvesteerder en Partijfan Li.

Als Eric Li zich ergens over opwindt, worden zijn ogen nog zwarter dan normaal. En hij windt zich nogal eens op. Zo ergert hij zich aan de arrogantie van westerse media, die zich beroepen op een van God gegeven gelijk als ze over China berichten. Het ontbreekt hun niet alleen aan het vermogen te zien wat er echt in China gebeurt, ze dragen in eigen land ook belangrijk bij aan wat Li de „corrosie van het liberale systeem” noemt.

Li, in net jasje en spijkerbroek, ontvangt in een prachtige villa in de oude Franse concessiewijk van Shanghai. Daar is zijn investeringsmaatschappij Chengwei gevestigd, er werken zo’n dertig mensen. Donkere lambriseringen, parketvloer en glas-in-lood stammen van vóór 1949, uit de tijd dat buitenlanders het in Shanghai voor het zeggen hadden.

Aan de muur hangt een rood geëmailleerd bord met een uitspraak van Mao: „Oorlog voeren leer je terwijl je in oorlog bent.” Li is geen lid van de Communistische Partij van China (CPC), maar op tafel ligt wel een boek van de Chinese president Xi Jinping, die hij een „geweldige leider” noemt en die hij op geen enkel punt afvalt. Een keer waarschuwt hij zelfs dat wat hij over Xi zegt, alleen volledig en niet buiten context mag worden geciteerd.

Opvallend is ook dat Li de periode sinds 1949, toen de CPC in China aan de macht kwam, presenteert als een periode van efficiënt en succesvol bestuur. Daar valt veel op af te dingen. Zo kwamen door wanbeleid van de partij tussen 1959 en 1961 zeker 30 miljoen mensen om van de honger. Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) verkeerde China in totale bestuurlijke chaos.

Weinig mensen met opvattingen als de uwe willen met een westerse krant praten. Waarom is dat?

„Omdat ze vinden dat westerse media extreem bevooroordeeld zijn. En dat is helaas waar. Ze geloven in het liberalisme. Ze vinden niet dat het Chinese model succes zou moeten hebben.

„Chinese media zijn ook bevooroordeeld, maar er is wel een fundamenteel verschil. Als ik het Volksdagblad lees, dan weet ik dat die krant spreekt namens de Partij. Als ik de New York Times lees… Vroeger dacht ik dat die objectief was. Dat maakt die krant een stuk gevaarlijker. Ze dragen namelijk specifiek de liberale ideologie uit, maar ze doen alsof ze onpartijdig zijn. Dat is niet zo. Westerse media zijn effectiever in hersenspoelen. Chinese media zijn een stuk transparanter, al zijn ze niet onafhankelijk.”

Wat denkt u dat er gebeurt als censuur op de media in China wegvalt?

„Waarschijnlijk hetzelfde als in de VS en in Europa. Nepnieuws wordt de norm. Extreme stemmen worden versterkt, waardoor het lijkt alsof die een algemeen aanvaarde norm verwoorden. De zwijgende meerderheid boet aan macht in, meningen raken meer gepolariseerd en de maatschappij daarmee ook.”

In het Westen zijn we steeds banger voor China. Terecht?

„Nee. Zheng Bijian kwam begin deze eeuw met het concept van de ‘vreedzame opkomst van China’. [Het idee dat China’s opkomst niet gepaard gaat met ontwrichting van de internationale samenleving of oorlog en geen bedreiging vormt voor andere landen.] Als we daar nu onbevooroordeeld op terugkijken, moeten we simpelweg vaststellen dat die vreedzame opkomst zich allang heeft voltrokken. Het is al gebeurd.

„We zijn in een of twee generaties van arm agrarisch land uitgegroeid tot grootmacht. De opkomst van andere grootmachten, van het Atheense rijk tot het moderne Duitsland en Japan, ging altijd vergezeld met enorm veel bloedvergieten en geweld, kolonisatie, onderwerping van volkeren en slavernij.

„De opkomst van China is grootschaliger, en is anders verlopen dan die van alle andere opkomende landen. Maar we zijn geen enkel land binnengevallen en we hebben geen schot gelost. Daar moeten we naar kijken als we China’s gedrag voor de toekomst willen voorspellen.

„Het systeem waarmee de wereld op het moment wordt bestuurd, verkeert in crisis. De VS verkleinen hun aandeel op het wereldtoneel al. Onder leiding van de VS heeft een alliantie geprobeerd een universele orde te creëren, maar dat is zo kostbaar, zowel in geld als in bloedvergieten, dat de alliantie zelf eronder lijdt. Dus maken de VS nu een terugtrekkende beweging. Dat komt niet door China, maar door wat Paul Kennedy imperial overreach noemt: als je als grootmacht te veel gaat willen.”

Zit dat gevaar er voor China ook in?

„Nee, want China wil de wereld niet runnen. Dat zit niet in de Chinese cultuur. Het is een uniek westers, liberaal idee. Het komt voort uit de claim dat er universele waarden bestaan en een universele ideologie. Volgens die ideologie moet elk land zich conformeren aan een reeks universele regels. Op de een of andere manier hebben jullie het idee dat God jullie de opdracht heeft gegeven om dat aan anderen op te leggen. Het westerse liberalisme is in de kern monotheïstisch, en monotheïsme is heel agressief.

„China zit precies omgekeerd in elkaar. Het is pluralistischer en toleranter tegenover andere ideeën, verschillende ideeën kunnen naast elkaar bestaan. Onze traditie is niet enkelvoudig. Zelfs op de momenten dat China op zijn machtigst was, heeft het nooit geprobeerd zijn moraliteit en politieke systemen aan anderen op te leggen.”

Toch is China al zeventig jaar een éénpartijstaat. Er is geen enkele onafhankelijke instelling die de CPC controleert. Daarmee meet de partij zich toch ook een goddelijke status aan?

„Nee, want de Partij regeert alleen zolang ze de wil van het volk vertegenwoordigt, zolang ze de belofte van een goed leven voor de mensen weet te vervullen.

„Als je het Xi Jinping vraagt, zal hij je precies hetzelfde antwoord geven. Daar heeft hij het juist steeds over: de legitimiteit van de Partij. Die is zeker niet van God gegeven, die moet steeds opnieuw worden waargemaakt. Als de legitimiteit verdwijnt, komt het volk in opstand.”

Denkt u dat andere landen iets van China kunnen of moeten leren?

„Het Chinese model is heel moeilijk te exporteren of te kopiëren. Er zijn wel hogere principes die we kunnen delen. Zo zou het helpen als landen iemand – of een groep mensen – hebben die het grotere belang van het land kunnen dienen. Die mensen moeten dan ook de macht krijgen om te handelen, actie te ondernemen. En om die acties lange tijd vol te houden.

„In China is de Communistische Partij verreweg de belangrijkste organisatie. Die is altijd al gericht geweest op effectieve, landelijke actie. Vanaf de eerste periode onder voorzitter Mao heeft de Partij een basisinfrastructuur gebouwd, algemeen onderwijs gebracht en gezondheidszorg.

„Dat heeft het land veranderd. We kregen nationale onafhankelijkheid, waarbij we als relatief arm land gingen beschikken over nucleaire afschrikking. Zo konden we inmenging van buitenaf voorkomen. Dat gaf de mogelijkheid ons eigen pad te kiezen. Dat is allemaal gebeurd omdat we de Partij hebben, een politieke kracht die helemaal is ingesteld op effectieve actie.”

Dus wij zouden ook maar beter een éénpartijstaat kunnen worden?

„De wereld heeft sterke leiders nodig, maar liberale instituties zijn op het moment op de een of andere manier niet in staat sterke leiders voort te brengen. Als ze al sterke leiders voortbrengen, kunnen die niet effectief zijn. Dat is het probleem. Daarvoor zijn politieke en sociale hervormingen nodig.

„De elites slagen er nu niet in om in de noden van het volk te voorzien. Of om die zelfs maar te begrijpen. Dat geldt zowel voor Amerika als voor Europa. Daarom zie je zoveel bewegingen ontstaan waarbij de bevolking haar macht terugeist.”

Dus u begrijpt de populisten wel?

„Ja. Ik denk dat het gebruik van de term populisme een luie manier is van de elite om te zeggen: ‘Negeer ze maar, het zijn slechte mensen.’ Maar als je kijkt naar de globalisering van de afgelopen veertig jaar, dan zijn alle voordelen alleen naar de elites gegaan. Terwijl globalisering zoveel nieuwe welvaart heeft geschapen. Dat is te gek voor woorden.”

Maar in China is het verschil tussen arm en rijk toch ook toegenomen?

„Dat klopt, en daar moeten we iets aan doen. Maar er is wel een verschil. Ook diegenen die het slechtste af zijn, hebben het veel beter dan vroeger. En we hebben 700 tot 800 miljoen mensen uit de armoede verheven. In de komende twee, drie jaar bannen we de absolute armoede uit. Dat is een geweldige prestatie voor een ontwikkelingsland.”

Is China zelf niet ook een beetje arrogant aan het worden?

„Helemaal niet. De reden dat ik optimistisch ben over de toekomst van de Partij, is dat die ook na zeventig jaar nog een verbazend sterk gevoel van urgentie heeft behouden. Ze lopen op hun tenen omdat ze weten dat ze hun legitimiteit weer zo kunnen verliezen. Daarom hebben ze het zo lang overleefd, en daarom hebben ze succes gehad.

„Juist de angst legitimiteit te verliezen maakt bijvoorbeeld dat ze corruptie extreem hard aanpakken. Want die corruptie bedreigt hun voortbestaan, ze kunnen er de steun van de bevolking door verliezen.

„Westerse elites worden nu al omvergeworpen, op hun eigen grondgebied. Het hele liberale establishment loopt het gevaar omvergeworpen te worden in liberale maatschappijen. Omdat ze zo arrogant zijn. Omdat ze vinden dat ze het recht hebben om te heersen. Om te bepalen wat goed en slecht is.”

U ziet de oplossing in sterke leiders, maar daar zijn we in Nederland niet zo dol op.

„Jullie zijn bang voor sterke leiders – dat is een gerechtvaardigde angst. Maar soms heb je ze wel nodig. Er zitten natuurlijk ook risico’s aan sterke leiders, als ze de verkeerde kant op gaan, zijn er geen institutionele checks.”


Lees ook: Zijn de activisten in Hongkong te ver gegaan?

4

Hoe kijkt u aan tegen wat er in Hongkong gebeurt? De demonstranten willen het Chinese systeem duidelijk niet.

„Die demonstranten zijn misleid. Ze denken dat algemene verkiezingen hun problemen kunnen oplossen. Maar in landen met universeel kiesrecht worden de problemen helemaal niet opgelost. Het probleem in Hongkong is niet dat China ze het Chinese bestuursmodel zou opdringen. Het komt juist doordat ze niet werken met het Chinese model. Kijk naar Shanghai. Dat gebruikt het Chinese bestuursmodel wel, en daar kennen ze de problemen van Hongkong niet.”

Waarom de westerse wereld toch weerbaar blijft

Waarom de westerse wereld toch weerbaar blijft

De gelekte documenten over de concentratiekampen in China lezen als een afdaling in de hel bij klaarlichte dag. Achter het bureaucratische jargon gaat de opsluiting verscholen van meer dan een miljoen moslims. „Absoluut geen medelijden”, was het devies van president Xi. De „heropvoeding” van Oeigoeren komt inderdaad neer op een grove schending van mensenrechten.

Het is inmiddels een cliché: deze eeuw zal worden overheerst door China. Nog onlangs werd gemeld dat het land inmiddels de diplomatieke grootmacht van onze tijd is. Niet minder dan 276 ambassades en consulaten maken de invloed van Beijing zichtbaar. En zo scheppen statistieken een beeld van onontkoombare macht.

Toch kunnen al deze glanzende cijfers de innerlijke zwakte van het land niet verhullen. Uit de tijd van de Koude Oorlog weten we dat de kracht van de Sovjet-Unie voortdurend werd overschat. Dat is begrijpelijk. Een open samenleving toont zijn conflicten aan de buitenwereld, terwijl een gesloten bestel moeilijker te doorgronden is. We zien wat we krijgen te zien.

Soms wordt ons onverwacht een blik naar binnen gegund, zoals nu in de concentratiekampen van de eenpartijstaat. Die staan niet op zichzelf: de internering van de Oeigoeren past in een patroon. Het zelfbeeld van een etnisch homogeen land leidt tot de rechteloosheid van minderheden. Het verhaal van Tibet is genoegzaam bekend.

De omgang met de moslimbevolking in China en in Europa laat een wereld van verschil zien. Over de islam bestaat in onze contreien genoeg conflict. Die zoektocht naar de omgang met godsdienstvrijheid lijkt een teken van verdeeldheid, maar is een kracht wanneer we erin slagen trouw te blijven aan die vrijheden. Open samenlevingen maken vreedzame verandering mogelijk.

Het is zeker zo dat de liberale democratieën onder druk staan. De opkomst van het populisme is daar een symptoom van. De impasse in Amerika en het Verenigd Koninkrijk kan niemand meer ontgaan, de noodzaak van vernieuwing evenmin. Toch is het buigzame materiaal van de democratie veel weerbaarder dan het rigide materiaal waaruit een dictatuur is gebouwd.

Het is vaker voorspeld dat het Westen voorbijgestreefd zou worden: in de jaren vijftig door de Sovjet-Unie en in de jaren tachtig door Japan. En nu dus door China. Er zijn bibliotheken vol geschreven over de economische opkomst van dat land. Die is inderdaad ongekend; talloze miljoenen zijn uit de armoede bevrijd. En ook dat gaat over mensenrechten.

Niemand betwijfelt dat China al een macht in de wereld is, toch is het onwaarschijnlijk dat het Amerika en Europa zal overtreffen. Een dominante rol vraagt om harde én zachte macht. Bij dat laatste moeten we vooral denken aan culturele invloed. Zo heeft Amerika nieuwkomers uit de hele wereld aangetrokken.

Amy Chua van Yale concludeert in haar bekende Wereldrijk voor een dag: „Wereldwijde dominantie hangt af van het vermogen om het toptalent van de wereld aan te trekken en vast te houden. En China – een natie die in haar diepste wezen op etniciteit en niet op immigranten gebaseerd is – verkeert niet in een positie om dat te kunnen.”

Er zijn grenzen aan de machtsontplooiing van het huidige China. Niet alleen maakt een bewakersstaat op den duur economische vernieuwing moeilijk, ook het wijdverbreide etnocentrisme vormt een struikelblok voor maatschappelijke ontwikkeling. Het zal de invloed van Beijing in de wereld belemmeren. Nu al beginnen Afrikaanse landen zich te keren tegen de koloniale rol die China daar speelt.

De Britse China-kenner Martin Jacques concludeert dat China een „groot probleem heeft in het begrijpen van de aard van etnische verschillen”, niet alleen in eigen land, maar ook in het buitenland. We moeten blijven spreken over de onderdrukking van de Oeigoeren – al was het maar omdat onderdrukking meestal niet bij de grenzen ophoudt.

Een meer zelfbewuste houding tegenover China is sowieso nodig. Terwijl Poetin en Xi een nieuwe gaspijplijn inhuldigen als symbool van hun belangengemeenschap, ruziën Trump en Macron over de toekomst van het Atlantische bondgenootschap. In een wereld vol autocraten moeten de democratieën hun overeenkomsten opnieuw ontdekken.

Ondanks de verdeeldheid staan Amerika en Europa er beter voor. Denk maar aan de rechtsstaat of de universitaire cultuur. Het zegt veel dat migranten uit alle windstreken hier naartoe willen komen. Dat is een verandering vol conflict, maar de meerwaarde van openheid is duidelijk tegenover een land dat zijn macht bouwt op onderdrukking. Daarom zal het Westen niet snel voorbij worden gestreefd door China.

Paul Scheffer is hoogleraar Europese studies.